Russisch-Iraans machtsblok gaat meer doen dan alleen Assad (en niet Syrië) helpen.
Westers weifelen over optreden in het Midden-Oosten heeft ertoe geleid dat een nieuw machtsblok kan toeslaan. Hebben de VS blufpoker gespeeld?
Vol vertrouwen trekt een nieuw machtsblok ten strijde in Syrië. Samen met Assads troepen vechten Hezbollah-strijders en Iraanse elitemilitairen er nu tegen Damascus’ opponenten, bijgestaan door de Russische luchtmacht en met de zegen van de Iraakse regering in Bagdad.
Slecht nieuws voor Islamitische Staat? Nou, vooral voor Syriërs die nog hoopten dat er iets van democratie zou voortkomen uit de strijd; Ruslands prioriteit is het beschermen van Assads regime. Maar te midden van de stofwolken ontstaat iets dat veel groter is dan Syrië alleen. Vier invloedrijke regionale spelers – Iran, Irak, Syrië, de Libanese Hezbollah-militie – bouwen met grootmacht Rusland een nieuw machtsblok in het Midden-Oosten. Hun plannen gaan verder dan Syrië.
De eerste uitwas van de Russische interventie in Syrië kwam een dag nadat Moskou zijn eerste bommen had laten vallen op tegenstanders van Assad. Vanuit Bagdad, bij monde van de Iraakse premier Haidar al-Abadi, klonk: dat willen wij ook , Russische vliegtuigen die onze IS-terroristen aanpakken. Want die Amerikanen doen veel te weinig.
‘Syrië en Irak zijn het begin’, zegt Ali Khedery, voormalig speciaal assistent van vijf verschillende Amerikaanse ambassadeurs in Irak. ‘Hier wordt een ingrijpende strategische alliantie gevormd. Rusland, Iran en de andere zullen samenwerken op het gebied van politiek, economie, inlichtingen, militaire activiteiten – alles. Het Midden-Oosten bevindt zich midden in een heilige oorlog tussen soennieten en sjiieten. Het feit dat Rusland zich nu aan de kans van de sjiitische as (Iran, red.) schaart betekent dat we verdere escalatie van het geweld gaan zien.’
De Russische en Iraanse assertiviteit is grotendeels ingegeven door westers weifelen, tot grote frustratie van soennitische landen zoals Saoedi-Arabië, dat de rebellen in Syrië steunt. Sinds de Amerikaanse president Barack Obama het gebruik van chemische wapens door het Syrische regime een ‘rode lijn’ noemde, en vervolgens slechts een vermanende vinger opstak toen Assad in augustus 2013 zeker 1.300 personen vergaste, hebben Amerikaanse waarschuwingen nauwelijks nog effect.
Bluf
‘Iedereen weet inmiddels dat Obama bluft,’ zegt Khedery. ‘Poetin kan drie dozijn gevechtsvliegtuigen naar Syrië sturen; hij weet dat Obama niets doet. Iran kan sjiitische milities naar Syrië sturen die daar straks allerlei oorlogsmisdaden begaan; ze weten dat Obama niets doet. Dat is het probleem met leiden vanuit de achterhoede; het creëert een vacuüm waar andere, gevaarlijke krachten nu inspringen.’
Want de belangen van Iran en Rusland, de twee leiders in deze nieuwe alliantie, komen voorlopig overeen. Iran ziet zichzelf als de hoeder van sjiitische islam wereldwijd en wil zijn invloed in de regio vergroten. Rusland wil vooral Amerikaanse invloed tegengaan en zichzelf opnieuw neerzetten als een wereldmacht. Dat doet het nu met succes.
‘Dit betekent een heel belangrijke verandering in de verhoudingen,’ zegt Rami Khouri, analist verbonden aan de American University of Beirut. ‘Het is een test voor regionale en westerse machten, die veel terughoudender zijn bij het inzetten van grondtroepen terwijl de Russen zich militair committeren aan Assad.’
Dat is wel waar Khedery voor pleit. Syrië en Irak zijn een verloren zaak, zegt de voormalig adviseur van Amerika in Irak: ‘Het enige dat de VS nog kunnen doen, is het versterken van zijn traditionele bondgenoten: Turkije, Jordanië, Egypte, de Arabische Golfstaten. De VS moeten een tastbare toewijding laten zien aan die landen. Op militair, diplomatiek, economisch en veiligheidsvlak. Het mag geen bluf zijn, er moet actie achterstaan. Als er een provocatie in de regio is, moet je terugslaan.’
Want het succes in Syrië zou de nieuwe alliantie naar meer kunnen doen verlangen. ‘Rusland en Iran zijn nu bezig Assads regering te versterken’, zegt Khedery. ‘Daarna gaan we ook in Irak een forse toename zien in de operaties tegen soennitische rebellen. En ik denk dat we in zes tot twaalf maanden tijd zullen zien hoe de Iraanse Revolutionaire Garde gaat proberen om middels sjiitische minderheden in Golfstaten als Bahrein, Koeweit en Saoedi-Arabië de regeringen daar te ontwrichten.’
Dat is hoogst onwaarschijnlijk, zegt Khouri: Iran heeft er geen belang bij om de halve Golf te destabiliseren. Dat geldt voor Rusland al helemaal. Maar de potentie tot onrust is er wel degelijk; het gevecht om invloed tussen het sjiitische Iran en het soennitische Saoedi-Arabië heeft al vaker kleine spelers meegezogen. Sjiitische minderheden elders in het Midden-Oosten zouden zich gesterkt kunnen voelen door de recente opkomst van Iraanse invloed. Of opstandig door repressief optreden van regimes die verhoogde assertiviteit van hun sjiitische minderheid vrezen.
Landen in de Golfregio voelen de bui al hangen. De legitieme regering van Jemen, die verdreven is door opstanden onder leiding van een sjiitische minderheidsgroep die steun kreeg van Iran, verbrak gisteren alle banden met Iran. Een dag eerder kwam dezelfde beslissing van het piepkleine eilandstaatje Bahrein, dat eveneens beweert dat Iran zijn sjiitische meerderheid opstookt – zij het met minder bewijs.
Het Midden-Oosten staat zo voor een onzekere periode. Machtige soennitische landen voelen zich bedreigd door de snelle opkomst van Iran, nu met een nieuwe, machtige bondgenoot. Golfstaten zoals Saoedi-Arabië, een steunpilaar voor de Syrische rebellen, geloven dat ook zij historische legitimiteit aan hun kant hebben en denken dat ze kunnen winnen. Het recept voor meer conflict ligt daarmee klaar.
CO ANDERSEN