Religieuze woordenlijst (sjiisme, sjiieten, exegese)
Om het onze lezers makkelijker te maken bieden wij hen een beknopte woordenlijst aan met religieuze (sjiitische en islamitische) termen. Vertalingen kunnen echter bijna nooit de volledige betekenis weergeven van het vertaalde woord, en dienen dan ook als indicatieve vertalingen te worden geacht.
Imaam إمام: leider, voorganger in het gebed, iemand die dient te worden gevolgd
Imaamah إمامة: leiderschap
Wasee وصي: uitvoerder van een wil
Zindeeq زنديق: ketter
Faasiq فاسق: extreme zondaar
Khaleefah خليفة: opvolger
Thiqah ثقة: betrouwbaar
Sadooq صدوق: eerlijk, betrouwbaar
Ghaybah غيبة: periode van afwezigheid, occulatie
Mahdee مهدي: de geleide persoon
Shee`ah شيعة: volgers van iemand
Raafidah رافضة: verwerpers, een groot deel van de sjiieten noemt zichzelf zo omdat zij (de meeste) metgezellen verwerpen (rafdh)
Ahl-ul-Bayt أهل البيت: huishouden
Ahl أهل: familie
Ijtihaad إجتهاد: inspanning
Ghulaat غلات: extremisme
Ma`soom معصوم: beschermd, onfeilbaar (sjiieten geloven dat de “twaalf imams” totaal onfeilbaar, goddelijk zijn)
Yatawallaa/Yuwaalee يتولى/يوالي: bevrienden
Ameer أمير: leider, commandant
Haakim حاكم: leider, rechter
Fitnah فتنة: test, chaos, verleidingen, beproevingen
Taqiyyah تقية: verbergen, liegen
Mukallaf مكلف: religieus gezien verantwoordelijk